Een notaris is een zelfstandig openbaar ambtenaar die een aan hem verstrekte opdracht zorgvuldig dient te beoordelen, waarbij van hem een kritische houding wordt verwacht. Volgens wetsartikel 21 Wna heeft een notaris heeft een zogenaamde “ministerieplicht”, die hem verplicht om bij of krachtens de wet opgedragen of door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten.
Deze ministerieplicht is echter niet absoluut. De notaris moet zijn diensten weigeren wanneer de handeling in strijd is met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben, of wanneer de notaris een gegronde reden heeft voor dienstweigering. Deze onderzoeksplicht is onlosmakelijk verbonden met de ministerieplicht. Een notaris is niet slechts uitvoerder van de opdrachtgever, maar moet de belangen van de opdrachtgever èn de wederpartij in acht nemen. De notaris heeft een eigen verantwoordelijkheid in die zin dat moet worden getoetst of voor de aan te nemen opdracht voldoende grond bestaat.
Ministerieplicht
Deze houdt in dat een notaris niet alleen bevoegd, maar ook verplicht is om opgedragen werkzaamheden te verrichten. Deze ministerieplicht is echter niet absoluut. Een notaris is immers meer dan een uitvoerder, hij is een poortwachter die een belangrijke taak heeft binnen de ordening van de samenleving. Vandaar dat lid 2 met de latere uitbreiding van de WnA van groot belang is.
Artikel 21 sub 1 en 2 van de Wet op het notarisambt (WnA):
1. De notaris is verplicht de hem bij of krachtens de wet opgedragen of de door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten, behoudens het bepaalde in het tweede, derde, en vierde lid.
2. De notaris is verplicht zijn dienst te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.
Per 1 januari 2012 zijn de woorden “of vermoeden” toegevoegd, hetgeen betekent dat de notaris vanaf die datum dus oplettender zal moeten zijn en zijn voelsprieten meer zal moeten gebruiken. Bij twijfel zal de notaris nader onderzoek moeten doen. Deze toevoeging heeft een reden, namelijk dat naar het oordeel van de wetgever het notariaat onvoldoende werk maakte van haar onderzoeksplicht.
Van belang is ook de volgende jurisprudentie: HR 22 maart 1996, NJ 1996/668. Dit arrest houdt in dat de onderzoeksplicht van een notaris bij rechtshandelingen met verstrekkende en onomkeerbare gevolgen, zoals bij een veiling van onroerend goed, verder gaat dan bij het verlijden van “gewone aktes”.
Concluderend rust op de notaris een zwaarwegende zorgplicht ter zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de in een akte opgenomen rechtshandelingen.
De praktijk
De praktijk is echter dat veel notarissen zich helemaal zich niets aantrekken van hun zorgplicht en hun onderzoeksplicht volledig verzaken. Malafide partijen als ING Bank weten precies welke notaris geen lastige vragen stelt, maar klakkeloos alle bedragen int die zij claimen, zonder dat daar enige onderbouwing voor nodig is. Het is duidelijk dat dit type notaris meer belang hecht aan de profijtelijke relatie met de opdrachtgever dan aan het uitvoeren van zijn wettelijke taak.
Daarnaast zijn bij ons zaken bekend van corrupte notarissen die een laatste wilsbeschikking niet hebben uitgevoerd, valsheid in geschrifte hebben gepleegd en meer van dergelijke zaken. Het is hoog tijd dat het toezicht op het notariaat eens serieus wordt vormgegeven, want nu is het een wassen neus.
In het menu hiernaast staat een aantal zaken beschreven van notarissen die overduidelijk niet geschikt zijn voor de uitoefening van hun ambt.