80-jarige weduwe onterecht op straat gezet door de ING bank.
De ING Bank heeft al vaker getoond, dat zij het niet zo nauw neemt met wetten en regels en wanneer het haar zo uitkomt deze aan haar laars te lappen. Anders gezegd, zij voelt zich daar ver boven verheven.
Verrekening van verjaarde vorderingen
Op 8 juli 2015 heeft mevrouw Hofs samen met haar man een woninghypotheek bij ING afgesloten.
In een procedure tussen het echtpaar Hofs en ING heeft het gerechtshof in zijn arrest van 13 oktober 2015 bepaald, dat de vorderingen I t/m V van het echtpaar zijn verjaard. Op grond van wetsartikel 6:131 BW konden hun verjaarde vorderingen vervolgens worden verrekend met de hypotheekschuld bij ING, omdat het om dezelfde rechtsverhouding ging. Mevrouw Hofs heeft toen ingevolge wetsartikel 6:127 BW op 6 januari 2019 de vereiste verrekeningsverklaring aan ING uitgebracht, waarop ING ingevolge wetsartikel 6:132 BW had kunnen reageren wanneer zij het met die verklaring niet eens was geweest. Dit heeft zij niet gedaan, waardoor de beide verbintenissen, zijnde zijdens ING een verbintenis tot vergoeding van schade aan mevrouw Hofs en zijdens mevrouw Hofs de verbintenis tot betaling van de hypotheekschuld aan ING, tot hun gemeenschappelijk beloop teniet zijn gegaan. Omdat ING niets uit deed op de schriftelijke stellingen en bewijsvoering van mevrouw Hofs, dat zij geen hypotheekrente meer was verschuldigd, is mevrouw Hofs op zeker moment gestopt met het betalen van de hypotheekrente, dit dus geheel terecht.
ING weigert het bovenstaande te erkennen
Zij bedient zich daarbij van verschillende, bevreemdende, onbegrijpelijke en soms zelfs ronduit ridicule visies, alsook zij niet schroomt meermaals zaken te verkondigen die lijnrecht tegenover elkaar staan. Zo is zij van oordeel, dat omdat de betreffende vorderingen niet inhoudelijk behandeld zijn deze niet bestaan, hetgeen van een ongelooflijke domheid getuigt. Immers vorderingen die niet bestaan kunnen niet verjaren.
Saillant detail: dat die vorderingen niet zijn behandeld is de keus van ING zelf geweest. Tijdens een zitting bij de rechtbank heeft zij de rechter namelijk uitdrukkelijk verzocht de vorderingen van het echtpaar uitsluitend en alleen te beoordelen op verjaring, dit naar ten zeerste aannemelijk is, omdat zij geen kans zag deze vorderingen te weerleggen. Haar verzoek werd gehonoreerd.
Onverschuldigde rentebetalingen tijdens de schuldsaneringsperiode
Het is ook ING geweest, die ervoor gezorgd heeft, dat het echtpaar in het verleden gedwongen gebruik moest maken van de wettelijke schuldsaneringsregeling ingevolgde de WSNP. Zij heeft namelijk aan een corrupte vastgoedmaatschappij, die beweerde een vordering op de echtgenoot van mevrouw Hofs te hebben, aangeboden een steunvordering te verlenen teneinde de heer Hofs in een faillissement te drijven. Later is door het gerechtshof Arnhem vastgesteld, dat deze vastgoedmaatschappij geen enkele vordering op de heer Hofs had. Omdat ING (te Enschede) twijfelde of zij gerechtigd was haar lening uit hoofde van een met het echtpaar op 3 september 2002 afgesloten kredietovereenkomst op te eisen, heeft zij zich met haar vordering bij de bewindvoerder gemeld, waardoor de woning in de boedel viel. Dit met het gevolg, dat ING ingevolge wetsartikel 303 Fw. lid 1 niet gerechtigd was rente over die lening bij het echtpaar in rekening te brengen, hetgeen zij ondanks aanwijzingen van de bewindvoerder, de rechter-commissaris en de rechtbank toch gedaan heeft via automatische afschrijvingen van hun rekening-courant-rekening. Het onverschuldigd betaalde bedrag bedroeg ca. € 30.000,--.
ING heeft steeds geweigerd dit bedrag terug te betalen dan wel te verrekenen met de beweerdelijk achterstallige rentebetalingen inzake de op 8 juli 2015 afgesloten hypotheek. Het bedrag is vanwege de door ING verschuldigde wettelijk rente inmiddels opgelopen tot ca. € 45.000,--.
Let wel: in de zomer van 2019 heeft ING, na vele stukken ter onderbouwing van deze schuld van mevrouw Hofs te hebben verkregen, omdat ING daar niet meer over beschikte, zo goed als toegezegd (opgewekt vertrouwen), dat dit bedrag verrekend kon worden met de “achterstand” in rentebetalingen. Later zou er dan over de andere kwestie, zijnde de verrekening van de verjaarde vorderingen, worden gesproken. ING heeft kort daarna met een tenenkrommende smoes die vrijwel toezegging ingetrokken.
Berekening van niet verschuldigde kosten
Proceskosten ad € 20.879,99, waartoe het echtpaar jaren geleden in gevoerde procedures waren veroordeeld en die niet meer verschuldigd zijn, werden bij de weduwe in 2020 opgeëist en dienden op zeer korte termijn betaald te worden. Ronduit schokkend was echter, dat ING in het afgelopen voorjaar plotseling 15 rekeningen aan haar advocaat stuurde ter hoogte van in totaal € 26.043,43, dit met de mededeling, dat die per omgaande betaald dienden te worden. ING deed het in strijd met de waarheid ook nog voorkomen alsof dit zakelijke rekeningen betroffen, terwijl er nooit sprake was geweest van een zakelijk contract tussen ING en het echtpaar, hetgeen door meerdere rechters en ook door ING zelf (!!) meermaals schriftelijk is bevestigd. Het is aannemelijk, dat ING in dezen met opzet de kwetsbare weduwe grote bedragen afhandig heeft willen maken.
Executoriale veiling van de woning van mevrouw Hofs
Tot verbijstering van mevrouw Hofs heeft ING op 18 december 2020 haar woning op de website van Veilingnotaris.nl laten plaatsen, dit met de aankondiging dat de veiling op 20 januari 2021 zal plaatsvinden. Voor deze woning heeft het echtpaar samen 80 jaren gewerkt. Het zeer ongelukkige tijdstip (winter, feestdagen, vakantie, harde lockdown) zal als gevolg hebben, dat de woning voor een appel en een ei wordt verkwanseld. Op de veilingwebsite is te zien, dat er in de komende periode zeer weinig woningen worden geveild, hetgeen volstrekt logisch is.
Berisping door Stichting Tuchtrecht Banken
Inmiddels heeft de medewerker van ING Bank die deze zaak heeft behandeld van Stichting Tuchtrecht Banken een berisping gekregen. In beslissing 4455 van de Algemeen Directeur is geoordeeld dat meerdere artikelen van de aan de bankierseed verbonden gedragscode zijn geschonden. ING Bank trekt zich hier echter niets van aan en gaat, met een andere zaakbehandelaar, gewoon door met haar praktijken.
Minachting voor het Kifid
Het plaatsen van die advertentie is nota bene gebeurd ondanks het feit, dat het Klachteninstituut Financiele Dienstverlening (Kifid) in een brief van 9 december 2020 vanwege de door mevrouw Hofs bij deze instelling ingediende klachten over ING, deze heeft verzocht de veilingadvertentie niet te plaatsen en ook de veiling van de woning op te schorten. Met haar handelwijze heeft ING het prestigieuze instituut gewoonweg geschoffeerd. Dat zij geen enkele boodschap aan het Kifid heeft is reeds gebleken uit haar brief van 25 november jl. aan mevrouw Hofs, waar zij tijdens de klachtenprocedure doodgemoedereerd als laatste de volgende uitspraak doet: "Concluderend stellen wij dat ING hiermee aan al uw verzoeken heeft voldaan en dat een voortzetting van uw klacht bij het Kifid daardoor niet meer nodig is."
Daarbij moet men bedenken, dat ING had moeten reageren op de klachten van mevrouw Hofs en er natuurlijk niet aan verzoeken, die niet gedaan zijn, voldaan moest worden. Haar “verweer” is niet alleen bevreemdend vanwege het door een grote systeembank niet bekend zijn met de uitgangspunten en doelstellingen van het klachteninstituut, maar getuigt ook nog eens van een beschamende arrogantie.