Wetschendingen inzake een tussenarrest d.d. 10 juni 2008 in een zaak tussen V.N.I. Enschede B.V. en R.T.B. Hofs, gewezen door raadsheren mr. J.P. Fokker, mr. I.A. Katz-Soeterboek en mr. H. van Loo:
Wetsschending 1
Het Hof miskent wetsartikel 157 lid 2 Rv. door een uitspraak in pleitaantekeningen zwaarder te laten wegen dan de inhoud van onderhandse akten van bedrijfsoverdracht.
Wetsschending 2
In strijd met de wetsartikelen 7:201 lid 1 BW en 7:203 BW is het Hof de mening toegedaan, dat er na ontruiming van een pand en rechtsgeldige beëindiging van de huurovereenkomst toch huurpenningen verschuldigd zijn, waarbij het dus uitdrukkelijk niet gaat over schadevergoeding vanwege het vroegtijdig beëindigen van de huurovereenkomst.
Wetsschending 3
Het Hof vindt tevens, dat wanneer er een huurovereenkomst op een pand rust dit pand toch rechtsgeldig aan een derde verhuurd kan worden.
Wetsschending 4
Het Hof is de mening toegedaan, dat een opzegging van een huurovereenkomst door een curator op grond van wetsartikel 39 Fw. niet rechtsgeldig is.